Paul Hugo ten Hoopen

(Doetinchem 1927)

Over het landschap en zijn vertolker
Het landschap dat schilders zien en in beeld brengen heeft in het algemeen weinig raakpunten met de zienswijze van de niet beeldende mens. De virtuoos onder de landschapschilders ziet in één flits het schilderachtige van het spektakel dat zich voor zijn oog ontrolt. Hij traceert de grote lijnen en de open objecten en in korte tijd weet hij die werkelijkheid, bijna intuïtief, in kleur op papier of linnen vast te leggen. Zijn pendant, het prototype van de schilder Cézanne, treuzelt, stelt uit, probeert langdurig het landschap en zijn vele aspecten te analyseren en puzzelt een tijdlang om de delen weer samen te voegen tot een harmonisch geheel.

Het liefst wil deze idioot van de familie zijn gevoels- en gedachtenstroom ten opzichte van dat verduivelde landschap in het geheugen opslaan en wachten tot het gunstige moment van actie hem tergend overvalt. Tussen deze uitersten scharrelt het logge middenveld: schilders, die hun keus, als baas van eigen winkel zelf bepalen, net als de jongens in de politiek. Zij laten zich door geen landschap in de luren leggen, keren het desnoods de rug toe om zo vrij mogelijk strepen en vlekken tot iets landschappelijks te verbinden. Zij behoren tot de heiligen van de actuele kunst. Als figuratief schilder behoor ik tot het tweede garnituur. Na een ‘opleiding’ tekenen, waarin vooral veel aandacht was voor de nabootsing van de hoed en de doos, de omgekeerde kruiwagen en de etalageachtige opstelling, waaronder dan het weinig geacheveerde stilleven werd verstaan, ontdekte ik geheel zonder bemoeizucht van kunstkapelaans de natuur: bomen, boerderijen, rivieren, torens, dijken, landerijen, kassen, de plaats van de mens daarin en de geweldige hemel daarboven. Al filosoferend over heg en steg begon ik met penseel, aquareldoos, het opgespannen Whatman en water aan mijn avontuur met het landschap; zijn grote lijnen, karakteristieke objecten en details die er werkelijk iets toe doen zo te componeren dat er ruimte ontstond als op een zomerdag “with reverie and invention”.