Egbert Rubertus Derk Schaap
"De Vecht bij Nigtevecht"
EGBERT RUBERTUS DERK
Nigtevecht (Stichtse Vecht) 1862-1939 Ankeveen (Wijdemeren)
DE VECHT BIJ NIGTEVECHT
Marouflé
32 x 41 cm.
Gesigneerd: rechts onder 'E.R.D. Schaap'
E.R.D. Schaap was één van de oprichters van de kunstenaarsvereniging Sint Lucas (1880), een podium voor jonge Amsterdamse impressionisten met progressieve idealen. Volgens Schaap was het de taak van een kunstenaar om op zoek te gaan naar de essentie van schoonheid om zo door te dringen tot de eeuwige en goddelijke oorsprong van de schepping.
Zijn landschappen, vrijwel alle in de omgeving van ’s-Graveland, Kortenhoef, Ankeveen en Nigtevecht tot stand gekomen, ademen een plezierige, onbezorgde stemming. De werken zijn zeer vlot geschilderd en het lichtspel neemt een belangrijke plaats in.
Van 1884 tot 1887 bezocht Schaap de Rijksacademie. Hij raakte tijdens zijn opleiding bekend met de ideeën van generatiegenoten als Jan Sluijters, die op een uitdagende manier de gevestigde kunstorde in de hoofdstad probeerden wakker te schudden. Aanvankelijk schilderde Schaap landschappen en bosgezichten in het donkere palet met bruinen van de Amsterdammers, maar omstreeks 1913 lichtte zijn palet op. Het zomerse licht werd steeds belangrijker. Zijn penseelvoering werd vlotter en zwieriger en hij koos voor frisse kleuren.
Werken van Schaap bevinden zich in het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum te Amsterdam en het Van Abbemuseum te Eindhoven.
E.R.D. Schaap was één van de oprichters van de kunstenaarsvereniging Sint Lucas (1880), een podium voor jonge Amsterdamse impressionisten met progressieve idealen. Volgens Schaap was het de taak van een kunstenaar om op zoek te gaan naar de essentie van schoonheid om zo door te dringen tot de eeuwige en goddelijke oorsprong van de schepping.
Zijn landschappen, vrijwel alle in de omgeving van ’s-Graveland, Kortenhoef, Ankeveen en Nigtevecht tot stand gekomen, ademen een plezierige, onbezorgde stemming. De werken zijn zeer vlot geschilderd en het lichtspel neemt een belangrijke plaats in.
Van 1884 tot 1887 bezocht Schaap de Rijksacademie. Hij raakte tijdens zijn opleiding bekend met de ideeën van generatiegenoten als Jan Sluijters, die op een uitdagende manier de gevestigde kunstorde in de hoofdstad probeerden wakker te schudden. Aanvankelijk schilderde Schaap landschappen en bosgezichten in het donkere palet met bruinen van de Amsterdammers, maar omstreeks 1913 lichtte zijn palet op. Het zomerse licht werd steeds belangrijker. Zijn penseelvoering werd vlotter en zwieriger en hij koos voor frisse kleuren.
Werken van Schaap bevinden zich in het Rijksmuseum en het Stedelijk Museum te Amsterdam en het Van Abbemuseum te Eindhoven.